De eerste week van het nieuwe jaar op de beurs is een feit en aan de onafgebroken eindejaarsrally van negen weken kwam een einde. Hoewel het te vroeg is om hier conclusies over te trekken, gaat de jaarwisseling voor de financiële markten wel vaker gepaard met een ommekeer.
Zo was 2023 het spiegelbeeld van 2022 en is de eerste week van het nieuwe jaar tegengesteld aan vorig jaar. Vorige week zagen we dat de aandelenmarkten bijna allemaal in de min zijn geëindigd en dat de in 2023 zo sterk gestegen technologieaandelen fors in de min stonden (-4,36%).
Na negen weken van winst op rij was het dus de eerste negatieve week van (o.a.) de S&P 500. Nu zien we wel vaker dat er na een lange stijging een correctie volgt en nu werd dat mede gevoed door twijfels over de snelheid van de renteverlagingen van centrale banken.
Er waren in de VS vorige maand 216.000 nieuwe banen bijgekomen, wat meer was dan de 175.000 die analisten hadden voorspeld, een teken van een prima draaiende economie. De publicatie van de inkoopmanagersindex van de dienstensector was echter wel teleurstellend.
De deelindex van de werkgelegenheid daalde naar 43,3 punten, ver onder de verwachte 51 punten. Dus ondanks de sterke groei van nieuwe banen suggereert deze (vooruitkijkende) index dat de arbeidsmarkt wel degelijk verzwakt en dat renteverlagingen wellicht toch sneller komen.