Weck Glaswerk GmbH legt de boeken neer. Hiermee gaat meer dan alleen een iconisch product en een “household name” verloren. De bedrijfsnaam is zo ingeburgerd geraakt dat “wecken” synoniem staat voor het inmaken, opleggen en bewaren van groenten en fruit.

Wecken doen wij in West-Europa al honderddrieëntwintig jaar met de glazen bokalen van Weck Glaswerk. Zulke naambekendheid is slechts weinig producenten gegeven. Denk aan Bic, Xerox, Post-it, of Gilette.

Tijdens de lockdowns had het bedrijf nog een sterke stijging in vraag en verkoop gekend. Opgesloten in hun huizen plooiden de mensen zich terug op oude tradities, verloren kennis, en artisanale activiteiten zoals brood bakken en bier brouwen. Die trend is nu overgewaaid.

We zijn weer van negen tot vijf aan het werk en de puurheid die tijdens het opgelegde isolement soelaas bracht, daar is nu even geen tijd meer voor. De vraag naar attributen zoals weck-potten is inmiddels voelbaar teruggelopen, terwijl productiekosten fors stegen.

Het bedrijf werkt door onder “curatele” en telt 375 werknemers: 115 bedienden in Zuid-Baden en 260 arbeiders in de glasfabriek in Bonn. Het management meldt: “Door de prijsstijgingen van aardgas als energiebron zijn er de afgelopen maanden aanzienlijke kosten geweest.” 

“Glasproductie is energie-intensief en de gebruikte smeltovens kunnen niet zomaar worden uitgeschakeld zonder ze onherstelbaar te beschadigen.” Dit meldt de Managing Director Eberhard Hackelsberger in een verklaring.

Een glasoven kan je niet stilleggen. Die moet 24/7 op temperatuur gehouden worden. Wordt die stilgelegd, dan gaat de glasoven verloren en moet die worden afgebroken. Om terug op te starten, moet een nieuwe oven worden gebouwd.

Met steenkoolprijzen en gasprijzen die in Duitsland door het dak gingen en zullen blijven gaan, is het voor de firma Weck Glaswerk GmbH niet meer te rechtvaardigen om de ovens in werking te houden. Het Duitse minimumloon deed hier ook een duit in het zakje.

In oktober vorig jaar werd dat loon in één keer met 50% opgetrokken. Daarnaast is glas ook relatief duur in transport. Transportprijzen zijn de afgelopen 24 maanden zowat verdubbeld. En omdat glas breekbaar is, laat het zich alleen met de nodige voorzichtigheid transporteren.

Een glasproducent rekent zo’n 20% aan schadeverliezen in. Verliezen in productie en transport die onverzekerbaar zijn. De torenhoge polissen wegen niet op tegen de reële verliespost die onderdeel is van de operationele kosten.

Amerikaans, Australisch, of Qatarees LNG (“Liquified Natural Gas”) kost de Duitse economie 3 tot 5x meer per Mbtu dan Russisch gas via een pijplijn. Russisch gas is ook rijker en biedt een hogere energiedensiteit per kubieke meter.

Als u wil weten hoe beroerd de Duitse maak-economie eraan toe is, bedenk dan dat men in Duitsland zelfs geen glasfabriek meer kan open houden. Hetzelfde geldt voor andere energie-intensieve industrieën zoals steenbakkerijen, chemie, of metallurgie. 

“De Duitse economie bevindt zich nu in een zeer kritieke fase omdat de toekomst van de energievoorziening onzekerder is dan ooit”, zo meldde Stefan Kooths in januari nog. Hij is vicevoorzitter en onderzoeksdirecteur aan het Institut für Weltwirtschaft (IfW) in Kiel.

Structurele energietekorten dreigen volgens recente cijfers de Duitse petrochemie in 2023 met minstens 8,5% te doen krimpen. Een schrikbarend cijfer dat onvermijdelijk een afbraak van het industriële landschap inhoudt.

Prijzen van ‘glasplaten’ in de bouw (de typische glasramen, dubbel glas, gehard, gelaagd,…) stegen het afgelopen anderhalf jaar met ruim 50%. Bouwondernemers en ramenzetters zijn niet in staat de volledige meerkost van eerder gemaakte offertes door te rekenen.

In dit land gaan momenteel gemiddeld 6 bouwondernemingen per dag failliet. Ook hier hakt de geroemde loonindexering van 11% er stevig in. Voeg daar hogere transportkosten aan toe en tot slot ook de explosieve prijsstijging van alle grondstoffen en bouwmaterialen.

En terwijl lopende werven worden afgewerkt aan hogere prijzen en lagere marges, vullen de orderboekjes zich nauwelijks nog aan. Geen fijn actueel plaatje, iets wat nog duidelijker wordt aan de hand van de pijnlijke symboliek van de weckpot.

De pijnlijke symboliek van de weckpot

De weckpot is haast het symbool van de voorzienige prepper. Van wie zich voorbereid op een harde winter, zoals onze grootouders dat deden. Anders was er tijdens de winter geen eten in huis. Supermarkten, conserven en industriële droge voeding zijn na-oorlogse uitvindingen.

We leken meer en meer af te stevenen op een tijdsgewricht en wereld waarin uitgerekend de weckpot zijn revival dreigde te gaan maken. En uitgerekend nu verdwijnt die iconische producent van de markt.

Stevenen we af op een wereld die weer wat meer gaat lijken op de wereld van onze grootouders? Bedenk even met hoeveel – of liever hoe weinig – energie onze grootouders het rooiden. Bekijk het verschil hieronder:

Niet dat we in een rotvaart terugkeren naar de energievolumes van 1960, maar het wordt met de dag duidelijker dat vooral ruwe olie een neerwaartse trend heeft ingezet. We zijn aan de rechterzijde van de Hubbert-curve aanbeland, waarbij een onvermijdbaar verval is ingezet.

Deze is ingegeven door een geologische wetmatigheid. Deze dalende mondiale olieproductie zal iedere dag verder afnemen. Eerst traag en haast onmerkbaar, maar het is een trendlijn die iedere dag opnieuw wat steiler wordt dan de dag voordien.

Voor wie dit een onnozele vorm van “malthusianisme” vindt, wordt aangeraden om productietrendlijnen sinds 2019 te bekijken. Het lijkt er steeds meer op dat de mondiale productie van conventionele olie in het najaar van 2019 haar piek heeft bereikt.

Enigszins gecamoufleerd door een instortende vraag door Corona, bleef dit nagenoeg onopgemerkt. En ook de welgekozen productiereducties die de OPEC-landen zichzelf oplegden, verhullen tot op vandaag de ware stand van zaken.

Het was wellicht naïef te denken dat de “supply breach” die Corona heeft veroorzaakt in 2020-2022 het einde van de gemondialiseerde wereldhandel zou inluiden. En toch… alles wees daarop. Plots werd onze kwetsbare positie duidelijk.

Het valt niet te ontkennen hoe afhankelijk we zijn geworden van allerhande noodzakelijke producten die louter nog in China worden geproduceerd, en hoe het ondoorgrondelijke Corona-beleid van Peking onze supply chain verstoorde en voor schaarste zorgde.

Het was wellicht naïef te denken dat daarmee heel wat productieketens zouden worden gerelokaliseerd in de Europese Unie. Alles leek daarop te wijzen tot de Europese Unie haar belangrijkste en meest betrouwbare energietoeleverancier aan de deur zette.

Het produceren van al die goederen in China, gebeurt bij gratie van slechts twee parameters. De arbitraire en marginale (1) loonkost in het vervaardigingsproces, en de marginaal lage kost voor (2) “bunkerfuel” waarmee die afgewerkte producten vanuit China worden verscheept.

Ofwel: hoe stijgende energiekosten een zegen leek te gaan worden voor de Europese maakindustrie. Want wordt energie – en dus ook bunkerfuel – duurder, dan wegen de lagere Chinese lonen niet langer op tegen de hoge transportkosten per vrachtschip.

Schaarsere en duurdere energiebronnen dreigen de gemondialiseerde wereldhandel traag maar zeker tot stilstand te zullen brengen de komende jaren. Naarmate de levenstandaard en de loonkost van de middenklasse in lage loonlanden stijgt, daalt hun concurrentiekracht.

De enige component die nog doorweegt, is ‘energie’. De energie om in Azië onze geïmporteerde artikelen marginaal goedkoper te produceren, en goedkoop te transporteren over nieuwe transcontinentale treinverbindingen en bestaande zeevaartroutes.

Zo’n tiental jaar geleden schreef de Canadese econoom Jeff Rubin hierover het voortreffelijke boek “Why Your World Is About to Become a Whole Lot Smaller”. De these stamt uit 2009 en is even eenvoudig als actueel.

Naarmate energie en brandstoffen meer geld zullen kosten, wordt afstand weer dé doorslaggevende parameter. Rubin argumenteerde dat hogere energie- en transportkosten de industrie die wij naar China lokaliseerden, terug naar Europa en de VS zal brengen.

De these van Rubin klopt, ware het niet dat hij niet kon voorzien hoe Europa door Washington verleid zou worden tot economische zelfmoord. Rubin kon in 2009 niet voorzien dat Russisch gas en ruwe olie niet langer aan marktconforme prijzen onze kant op zou stromen.

Erger nog: datzelfde aardgas, diezelfde diesel en ruwe olie vloeit nu voor een prikje en aan stevige kortingen oostwaarts, naar de energieverslindende en carbon-spuwende groei-economieën van India en China. En het resultaat laat zich voelen.

We kunnen in West-Europa vandaag zelfs geen glas meer blazen. Een relatief eenvoudig product met relatief weinig toegevoegde waarde. Zelfs het productieareaal en de “know-how” voor essentiële basisproducten zoals ceramiek dreigt hiermee voorgoed verloren te gaan.

Steeds meer Duitse familiebedrijven werken heel concrete plannen uit om het land te verlaten en hun productiebedrijf elders weer leven in te blazen. Die trend en die voornemens worden bevestigd door Siegfried Russwurm, voorzitter van de Duitse Industrie Federatie (BDI).

Duits minister van Economie Robert Habeck verkeert echter nog steeds in de ontkenningsfase, gezien zijn recente uitspraak: “Duitsland is en blijft zeer aantrekkelijke voor nieuwe en bestaande bedrijven.”

Dit meldde hij afgelopen dinsdag op de Industrie Conferentie die de BDI organiseerde in Berlijn. Het is hem wellicht ontgaan dat terwijl de wereldeconomie in Q1 van 2023 met 2,7% groeide, de Duitse economie in diezelfde periode met 0,3% kromp.

En daar stop het niet. Naast de kardinale positie die energiekost tot nog toe innam en zal blijven innemen in de wereldhandel, ontvouwt zich een tweede echelon van sturende parameters en nieuwe krijtlijnen.

Steeds uitdrukkelijker krijgen technologie, patentprotectie, proliferatie, energiezekerheid, nationale veiligheid, en de toegang tot grondstoffen een meer vooraanstaande rol in een economie die steeds meer ‘ge(geo)politiseerd’ raakt.

Het is pijnlijk om een icoon als Weck verloren te zien gaan. Wanneer onze wereld, zoals Rubin voorspelt, een heel pak kleiner wordt en we genoodzaakt zullen zijn om de dingen weer lokaal te produceren, zullen we, in die nieuwe wereld, net véél weckpotten nodig hebben.

Joachim Van Wing

Geef een reactie