‘The Undiscovered Self’ is een boek geschreven door de beroemde Zwitserse psychiater en grondlegger van de analytische psychologie, Carl Gustav Jung. Het boek, oorspronkelijk gepubliceerd in 1957, richt zich op de uitdagingen en problemen van de moderne samenleving en de zoektocht naar zelfkennis.
Jung betoogt dat de moderne mens steeds meer afstand neemt van zijn innerlijke zelf, en daardoor wordt geconfronteerd met een groeiend gevoel van leegte en ontevredenheid. Hij waarschuwt voor het gevaar van massa-individualisatie en het verlies van persoonlijkheid in een gestandaardiseerde samenleving.
Een belangrijk thema in het boek is de confrontatie met het onbewuste. Jung benadrukt dat het verkennen van ons onbewuste essentieel is om zelfkennis te verwerven en persoonlijke groei te stimuleren. Dit kan worden bereikt door introspectie, dromen, symbolische interpretatie en het onderzoeken van onze eigen schaduwkanten.
Jung bespreekt ook het concept van archetypen, universele symbolische beelden die in het collectieve onbewuste van de mensheid bestaan. Door deze archetypen te herkennen en te begrijpen, kunnen we een dieper begrip krijgen van onszelf en onze verbinding met de wereld om ons heen.
Verder uit hij zijn bezorgdheid over de toenemende afhankelijkheid van technologie en het verlies van spirituele en religieuze overtuigingen in de moderne samenleving. Jung benadrukt het belang van het behouden van een evenwicht tussen het materiële en het spirituele om geestelijke gezondheid te bereiken.
In ‘The Undiscovered Self’ pleit Jung voor individuele verantwoordelijkheid, zelfbewustzijn en het omarmen van de eigenheid van het individu. Alleen door zelfonderzoek en het herstellen van de verbinding met ons innerlijke zelf kunnen we volgens Jung een vervullend en betekenisvol leven leiden.
